It’s a Man’s World

“Je gaat het pas zien als je het doorhebt”

Deze quote van wijlen Johan Cruijff zingt door mijn hoofd na het lezen van een drietal boeken, waarvan de laatste er behoorlijk inhakt, namelijk Onzichtbare Vrouwen, licht op dubieuze data in een voor mannen ontworpen wereld (Prometeus 2019) van activiste en journaliste Caroline Criado Perez. Waarin ze, aan de hand van wereldwijde casestudy’s en verhalen de data onderzoekt die ertoe leiden dat de wereld waarin we leven de vrouw op velerlei vlakken benadeeld en zelfs in gevaar brengt. Wat ze hierin aantoont is dat de als ‘neutraal’ gepresenteerde data, absoluut níet neutraal noch onbevooroordeeld is en vrouwen consequent negeert en zo discrimineert.

Dat deze studie er inhakt is omdat ik het wel wist, maar blijkbaar niet echt zag, vandaar ook Cruijff. Hoe naïef en blind is het om de wereld als een soort van onoverkoombaar natuurverschijnsel te ervaren, terwijl elk mens weet dat de inrichting van de wereld niets meer is dan een sociale constructie. Die jou, als die je niet past tot probleem maakt en niet die sociale constructie. De strijd van vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen voor rechtvaardigheid en gelijke rechten zal moeilijk blijven, als we de huidige (mannelijke) wereld als een natuurverschijnsel blijven beschouwen en is dat wat aan de orde is.     

Elke vrouw (en heel veel anderen) kent vroeg of laat de ervaring – dat ze er niet inpast – met als gangbare oplossing aanpassen of terugtrekken, maar hoe vreemd is het dat de helft van de wereldbevolking slechts twee keuzes heeft? Hoe vreemd dat we geacht worden dankbaar te zijn als er naar onze stem geluisterd wordt. Dankbaar te zijn als vrouwspecifieke kwesties op de publieke agenda worden gezet, die weinig publiek zijn als zij elke keer weer moet bedelen om aandacht voor ‘de kwestie’.

De fout die we schijnbaar onbewust maken is dat we gelijkheid bevechten op het speelveld van de man, terwijl dat onzin is. Ik wil helemaal niet gelijk zijn aan de man. Wat ik wel wil is een wereld waarin mijn bestaan geen gunst is, maar een vanzelfsprekend feit! Wat ik wil is een wereld waarin ik me niet hoef te verontschuldigen of bang te zijn voor geweld, waarin ik niet gemarginaliseerd, geridiculiseerd of klein gemaakt wordt als ik opsta en me uitspreek. Dit vraagt om een andere benadering, want met de huidige spelregels schiet het niet op en dat vraagt om een overdenking en is wat ik hier probeer te doen.

It’s a Man’s World

“De mensheid is mannelijk, en de man omschrijft de vrouw niet op haarzelf, maar in verhouding tot hem. Ze wordt niet als een autonoom wezen beschouwd […] Hij is het subject, hij is het Absolute – zij is de Ander.”

Deze observatie van filosofe Simone de Beauvoir uit 1949 haalt Perez zeventig jaar later aan in Onzichtbare Vrouwen en ze wijst erop dat er weinig is veranderd. Hierin onderzoekt ze datasets die leidend zijn bij het ontwikkelen van overheidsbeleid, stadsplanning, werkplekken, technologie, productontwikkelingen, medisch onderzoekt en misdaadbestrijding. Wat naar voren komt is dat al deze datasets voornamelijk gevoed zijn met mannelijke input, die het genderspecifieke van de vrouw vergeet en onzichtbaar maakt.

Dat zij niet teruggevonden wordt in die datasets is omdat dé vrouw als ‘atypisch’ mens lastiger te meten is, door haar genderspecifieke gedrag, lichaam, behoeftes en sensaties die afwijken van de algemeen menselijke norm (die mannelijk is), en ik begrijp dat. Want het vrouwelijke ís inderdaad afwijkend, wat geen probleem hoeft te zijn als de datasets van mannen en vrouwen willekeurig inwisselbaar zijn. Zoiets als bij potato of potatoes, beide betekenen aardappel, niettemin zal elke boer je kunnen vertellen dat de pootaardappel toch echt anders is dan de Opperdoes. Geldt ditzelfde niet voor de mens? Man of manninne (of te wel, vrouw) de genderspecifieke data zijn niet één op één inwisselbaar. Hoe vreemd is het dan als blijkbaar 50% van de wereldbevolking zich noodgedwongen moet bewegen in een wereld die geen rekening met haar houdt? Met als gevolg een genderdatakloof die vrouwen vergeet én onzichtbaar maakt.  

Het urgente probleem met deze genderdatakloof is dat algoritmes en artificiële intelligentie (AI) in systemen en dus levenssferen – the computer says NO – steeds meer invloed krijgen op onze levens en is de reden dat die genderdatakloof moet worden gedicht. Want al is de vrouw ‘atypisch’ dit kan geen excuus meer zijn om 50% van de wereldbevolking te vergeten, met alle negatieve gevolgen van dien zoals op levenskwaliteit en zelfs levens.   

Hoe is dit ontstaan en belangrijker waarom zijn we ons hier niet van bewust?

Deels ligt het antwoord in de observatie van de Beauvoir, die toen een flinke storm veroorzaakte. Nu is algemeen bekend dat tot de 60’er jaren de wereld werd gedomineerd door de mannelijk mindset, ook wel bekend als het patriarchaat. Alleen zijn vrouwen sinds die tijd toch veel actiever en zichtbaarder geworden op allerlei terreinen in het publieke domein, hoe kan het dan dat zelfs nu nog die genderdatakloof bestaat en de mannelijk gevoede datasets leidend zijn? Het enige antwoord dat ik kan bedenken is de hardnekkigheid van het patriarchaat dat tot vandaag – de Ander – gemakshalve reduceert tot een afgeleide van zijn norm. Toch, al is het onmiskenbaar kenmerkend dat vrouwen andere gedragingen, lichamen, behoeftes en sensaties hebben, dit geen excuus meer mag zijn haar genderspecifieke datasets uit te sluiten bij de implementatie en het ontwerp van beleid, publieke ruimtes, ontwikkeling van producten, medicatie tot aan misdaad toe. Alleen staat deze urgentie niet op het netvlies van degenen die de datasets gebruiken, omdat ze zich er, net als ik, nagenoeg niet bewust van zijn.  

Tot lezing van ‘Onzichtbare vrouwen’ was mijn aanname dat data zo ‘zuiver’ mogelijk is, dus gevoed met zoveel mogelijk verschillen die leiden tot datasets die vervolgens worden geïmplementeerd. Alleen laat Perez het tegenover gestelde zien. Namelijk dat de data gekenmerkt worden door een ‘one-size-fits-man’ die vrouwen op velerlei terreinen benadeeld, in gevaar én in verlegenheid brengt. Vandaar ook de veelzeggende ondertitel; dubieuze data in een voor mannen ontworpen wereld. Perez laat zien dat de als bias vrije gepresenteerde ‘objectieve’ data, noch objectief noch onbevooroordeeld zijn (zie ook Gayne Williams voor suggesties dit te doorbreken). En hoewel vaak onbewust observeert ze ook dat: “er (…) bepaalde vrouwelijke wensen zijn waaraan mannen niet wensen te voldoen omdat ze te maken hebben met ervaringen die ze zelf simpelweg niet hebben. En het is niet altijd eenvoudig iemand ervan te overtuigen dat een behoefte bestaat ook al heeft hij die zelf niet” (Perez p.203). Dit is een reden te meer om de genderdatakloof te dichten, want zonder genderspecifieke data blijven de behoeftes van vrouwen onzichtbaar en moeten ze dealen met een wereld die geen rekening houdt met haar en zich dat niet eens realiseert.

Wat verwacht ik hiervan als vrouw; de borstkolf

Als voorbeeld van zo’n onbewuste behoefte de borstkolf. Elke vrouw die ooit een kind heeft gekregen én gekolfd, wéét dat het ondingen zijn, binnen de privésfeer van je eigen huis gaat het nog wel, maar als je op je werk kolft dan moet je je toch echt wel ergens overheen zetten en is te hopen dat er een speciale geluidsdichte ruimte is. Borstkolfen maken herrie, zijn onhandig en kosten per kolfsessie ongeveer 15/20 minuten, zoals de hiernaast afgebeelde kolf (linker afbeelding) van marktleider Medela. Die op de site van ‘mamasopinternet.nl’ in 2021 als beste getest wordt aangeprezen, een klein minpuntje vermeld dat het ding ‘een zacht zoemend geluid maakt, dat niet elke vrouw prettig vindt’, het pluspunt dat het ding ‘bruikbaar is in elke gewenste houding en op elke plek’. Nu kan ik me er geen voorstelling bij maken welke vrouw deze kolf open en bloot op haar werkplek in de kantoortuin aan haar bosten zet, deze kolven zijn vernederend. Dat ervaren we, alleen dat het blijkbaar ook anders kan realiseren we ons niet.

Zo ontkom ik er niet aan om deze ‘beste getest’ te associëren met, inderdaad de machines waarmee koeien worden gemolken (rechter afbeelding). Zo ook neemt Perez de borstkolf als voorbeeld van venture kapitalisten (VK’s) – merendeels man – die geen producten wensen te financieren die innovatief en minder beschamend zijn voor vrouwen. Zoals Tania Boler van het bedrijf Elvie die een slimme bekkenbodemtrainer ontwikkelde, maar daar heel moeilijk financiering voor kreeg. Ook heeft haar bedrijf een vrouwvriendelijke borstkolf ontwikkelt die draagbaar en stil is, geen gedoe geeft, slim responsief z’n werk doet én gewoon in je bh past. En zegt Boler: “het is echt niet zo moeilijk om ze te verbeteren. Vraag je gewoon af: wat verwacht ik hiervan als vrouw?” en die vraag wordt niet gesteld.

De borstkolf is slechts één voorbeeld van vele die Perez geeft van mannen voor wie de specifieke behoeftes van vrouwen er gewoon niet toe doen, en wij ons niet realiseren dat er alternatieven zijn. Zoals Ida Tin’s menstruatieapp Clue, Debbie Wosskow medeoprichter van AllBright, die door vrouwen geleide bedrijven ondersteund en Janica Alvarez van het Tech-bedrijf Naya Health. Veel kan gewoon anders, mits je vrouwen vraagt wat ze verwachten! Daarom ook moeten we als vrouwen veel meer naar de ons omringende wereld kijken en ons afvragen; wat verwacht ik hiervan als vrouw?

Waarom steunen mannen vrouwen niet?

Dat mannen de ervaringen van vrouwen niet delen en er blind voor zijn, lijkt onwaarschijnlijk, toch is dat helaas niet het geval. Zoals bij de ontwikkeling van een fatsoenlijke vrouwvriendelijke borstkolf die de vergelijking met melkkoeien kan weerstaan, zijn mannen stekeblind of erger. Het interesseert ze niet! Daarom is het nodig die hardnekkige patriarchale mindset ervan te doordringen dat de ‘norm’ 100% menselijk is met alle variaties en uitdagingen van dien. Vrouwenkwesties zijn mensenkwesties! Zie hiertoe ook de TedTalk van Jackson Katz, ‘violence against woman – it’s a man’s issue’. Als vrouwelijke problematiek gediskwalificeerd blijft als buiten ordelijk, zijn de consequentie ook buiten ordelijk en werpt het degene die ermee geconfronteerd buiten die orde.

Dus als blijkt dat de patriarchale mindset hardnekkig is en nog steeds diepe sporen trekt in de levens van ‘de Ander’, op het welzijn, welbevinden én levens kost dan is dat inmiddels toch wel klaar?

Het Thomas-Theorama

Maar waarom is die patriarchale mindset toch zo hardnekkig? Hoe kan het dat we er blijkbaar collectief van overtuigd zijn dat de bestaande orde, de enige echte is – it’s a man’s world – waarin de man hét Subject is en de vrouw – de atypische Ander (die helaas wat al te vaak aan het kortste einde trekt). Als we ervan uit blijven gaan dat de huidige stand van zaken de echte is dan moeten we accepteren dat die genderdatakloof nooit gedicht gaat worden. Mét alle negatieve gevolgen op de kwaliteit van leven én vrouwenlevens van overheidsbeleid tot medisch onderzoek, technologie, misdaad, werkplekken, productontwikkeling en stadsplanning. Alleen dan zijn we wel collectief van de pot gerukt!

De helft – 50% – van de wereldbevolking negeren, vergeten en onzichtbaar? Dit terwijl die evenveel toevoegt, zo niet meer aan het welzijn, welbehagen én de economie als die andere 50%. Alhoewel? Hoe kunnen we dat weten als de datasets ontbreken die dit staven. De urgentie om hier verandering in te brengen is groot omdat we inmiddels leven in een datagedreven wereld met algoritmes en artificiële intelligentie die ons insluiten én uitsluiten, aansturen én corrigeren – the computer says NO. Want zoals de Beauvoir al observeerde en Perez bevestigd, leven we in een wereld waarin het mannelijke universeel is en het vrouwelijke een ‘atypisch’ bijproduct, maar hoe los te komen van de patriarchale mindset als we die collectief als ‘echt’ interpreteren?

Daartoe moeten we onderzoeken wáár die overtuiging vandaan komt. Zie de afbeelding van het Thomas-Theorama, een sociologische stelling die zegt dat: ‘het onbelangrijk is of de interpretatie van een situatie correct is, als men de situatie als echt definieert, dan zijn ze echt in hun consequenties’ (William Thomas 1863-1946). Inmiddels mag duidelijk zijn dat de consequentie van de huidige patriarchale mindset voor vrouwen bijzonder echt zijn en dat is onacceptabel.

Dus hoewel hardnekkig, zijn we gelukkig al een aantal decennia bezig om het vrouwelijke perspectief onder de aandacht te brengen, alleen schiet het niet echt op zoals ook Perez in haar boek laat zien – de onwil van onze homo universalis is groot. Wat waarschijnlijk is ingegeven omdat dit universum wel prima is zo en er gewoon geen dringende behoefte bestaat om daar wat aan te veranderen en geef hem eens ongelijk. Dus hoe die mindset te veranderen? En hier komt het Thomas-Theorama aan de orde, namelijk door keer op keer de andere interpretatie van de situatie te presenteren en aan de kaak te stellen om via die weg een ingang te forceren om de hegemonie van de homo universalis te doorbreken. 

Wat de Beauvoir in 1946 observeerde geldt nog steeds, we kunnen dit zien, voelen én ervaren als we zonder oogkleppen naar die wereld kijken. Een – Man’s World, zeker. Alleen is dat niets meer dan, zoals het Thomas-Theorama stelt, een self fulfilling prophecy. Juist door haar te duiden als echt is ze dat ook, met alle gevolgen van dien! Dus tenzij het onzichtbaar gemaakte deel van de wereldbevolking deze idioterie gaat corrigeren, verandert er niets. Daarvoor is het nodig inzicht te hebben in het mechanisme van het Thomas-Theorama, al is dat niet genoeg. Want zoals beschreven voelt de homo universalis weinig aandrang en zal zijn universum met hand en tand verdedigen, zoals Perez heeft ervaren en veel uitgesproken vrouwen met haar die een enorme bak agressie over zich heen hebben gekregen van de goegemeente.

Het bevreemdende van die agressie is de misvatting dat vrouwen willen ‘toetreden’ tot de wereld van de man, dat is niet het geval. Wat we wel willen is een wereld waarin de vrouw vanuit zichzelf aanwezig kan zijn, ze wil een wereld waarin haar aanwezigheid geen gunst is, maar een vanzelfsprekend feit. Probleem daarbij is in de woorden van de socioloog Michael Kimmel: “mannen zijn zo gewend aan hun privéleges dat gelijke behandeling als onderdrukking voelt.” (Jens van Trigt, waarom feminisme goed is voor mannen p.41) met als tegenreactie agressie.

Daarom ook is inzicht nodig dat het mechanisme van het Thomas-Theorama een self fulfilling prophecy is, dat geeft mannen en vrouwen de ruimte om eindelijk eens te gaan onderzoeken hoe we de wereld anders kunnen beleven, zonder onderdrukking van vrouw noch man. Alleen schiet dat inderdaad nog niet echt op en blijven mannen hun wereld met hand en tand beschermen, maar zoals gezegd: vrouwen willen jullie wereld helemaal niet! Daarom ook is die enorme bak agressie bevreemdend en de uitbarsting hiervan vraagt om nader onderzoek.

The Problem of the Other Mind

Als verklaring voor die uitbarstingen wil ik het filosofische concept van het solipsistische bewustzijn belichten, dat is te beschrijven als ‘The Problem of the Other mind’ (John Stuart Mill (1806-1873) of recenter Satre’s (1905-1980) ‘de Hel dat zijn de Anderen’). Dit concept komt van solus = alleen, ipse = zelf en gaat ervan uit dat alle andere personen waarmee gecommuniceerd wordt, hetzelfde bewustzijn delen. Vanuit deze solipsistische mindset is het onmogelijk te bevatten dat er andere bewustzijnen bestaan, met andere gevoelens, behoeftes of verlangens.

Met dit bewustzijn aan het roer kan het gebeuren dat stemherkenningssystemen niet goed functioneren als de vrouw ze gebruik. De software herkent de gemiddelde vrouwenstem slecht, wat leidt tot flink wat frustratie. De oplossing die Tom Schalk, vicepresident voor technologie bij ATX, leverancier van autonavigatiesystemen daarvoor bedacht is een ‘langdurige training’, van vrouwen om hun stem te verlagen (Perez p.198). Het probleem is dus niet de software, maar de vrouw.

Het solipsistische bewustzijn kan onmogelijk bevatten dat er een bewustzijn kan existeren dat ándere behoeftes heeft, ándere sensaties kent van pijn, ander plezier, andere emoties of andere driften. Als dan dit solipsistische bewustzijn geconfronteerd met een of dat ándere bewustzijn en niet langer genegeerd of ontkent kan worden, vindt er een meltdown plaats. We zien deze meltdowns als vrouwen zich uitspreken en zichzelf (op haar eigen voorwaarden) zichtbaar maken, dit bewustzijn herkent het niet en heeft het daar extreem moeilijk mee.

We zagen dit bij John de Mol die geconfronteerd met The Other Mind, niet kon onderkennen dat er serieus iets scheef zit, waarna zangeres Do in een interview opmerkt: ‘lieverd, je staat ernaast! Alleen je herkent het niet’. Hij kán het niet herkennen omdat in zijn hoofd alles en iedereen z’n plek kent, zoals de Rietbergjes – en reageerde verbaasd en verbolgen met: ‘Macht?! Hij heeft geen Macht?!’ Nee vriend, niet in jouw hoofd, wel in dat van de meiden en vrouwen die slachtoffer zijn geworden van ongewenste praktijken. Diezelfde meltdown herkennen we in de media die Marc Overmans van Ajax als excuus meegeeft dat hij ‘sociaal onhandig is’. Zo is ook de reactie van Miel Brinkhuis tekenend, perschef van Ajax die het lastig vond dat deze vrouwen ‘zich zonder toestemming van de media-afdeling bij de pers hebben gemeld’ waarop een radiomaakster treffend opmerkte: ‘misschien was dat een idee geweest voor Overmans, eerst even langs de media-afdeling te gaan…’. Of een Edwin van der Sar die meldt dat vrouwen binnen de organisatie hem hebben laten weten dat het ‘heel prettig werken is binnen Ajax’, werkelijk vriend? Wat hier gebeurt in het hoofd is dat het solipsistische bewustzijn probeert te redden wat er te redden valt, het gaat ontkennen, wordt woedend en zelfs agressief. 

Dat we getuige zijn van solipsistische meltdowns vind ik grappig, triest én zorgwekkend. Grappig omdat dit bewustzijn eindelijk echt wordt uitgedaagd, triest omdat dit bewustzijn hetgeen is waar alle ‘Other Minds’; vrouw, LHBTQI, bruin of zwart, dagelijks mee dealen én zeer zorgwekkend omdat deze meltdowns kunnen leiden tot heftige agressieve reacties. Als voorbeeld de ‘blokkeer Friezen’ rondom kick-out zwarte Piet. Waarbij het dieptepunt niet eens was dat deze Friezen met hun wagens de bussen met demonstranten op de snelweg tegen hielden en ernstig bedreigden, maar dat in de talkshow – Late-Night – de voorvrouw van de blokkeer Friezen waartegen op dat moment, een strafzaak liep, aan de tafel zat met met host Twan Huys, maar Jerry Afryie van kick-out naar de 2de rij was verbannen. Hoe dat gegaan is lees je hier. Het dieptepunt is steeds weer het solipsistische bewustzijn dat geconfronteerd met andere bewustzijnen geneigd is om; zij, hij of hen hun plaats te wijzen, als niet goedschiks dan wel kwaadschiks.  

Er is een land waar vrouwen willen wonen

Wat mij getroffen heeft is de realisatie dat ook mijn vanzelfsprekende aanname dat dit nu eenmaal de wereld is zoals ze is – en vette pech als het je niet past, totale onzin is. Want al lijkt er sinds de Beauvoir veel veranderd, de vrouw is nog altijd de fremdkörper in een wereld die naar ‘zijn beeld en gelijkenis is geschapen’, iemand die blij mag zijn met de kruimels die de heer des huizes haar gunt en voor alles, niet te veel moet zeuren. Zoals Perez overduidelijk aantoont dreigen we nog onzichtbaarder te worden nu datasets meer en meer leidend zijn bij de inrichting van deze al te mannelijke wereld. Daarom ook moeten we er heel snel voor zorgen dat genderspecifieke data van zowel vrouwen als mannen per dataset worden uitgefilterd en geïmplementeerd op elk terrein waar die sets niet één op één inwisselbaar zijn en eerlijk gezegd, dat is nergens.

Het enge en gevaarlijke van die vanzelfsprekende aanname (het Thomas-Theorama) is dat mannen die uitgaan van dezelfde aanname dit als een aanval op hun bestaansrecht zullen ervaren, terwijl dat onzin is. Nu al wordt de agressie steeds heftiger als een vrouw (of andere onzichtbare groep) zich uitspreekt, opstaat en zich volgens eigen voorwaarden zichtbaar opstelt, zie Jerry Afryie. De meltdown die zich dan openbaart beschreef ik aan de hand van het filosofische concept van het solipsistische bewustzijn. Het brein kan de realiteit van de Ander niet aan en zal het negeren, ontkennen, bagatelliseren en in het ergste geval overstelpen met agressie, alles om de status quo in stand te houden. Toch, als we hier even logisch naar kijken, dan is het toch vreemd dat 50% van de bevolking er niet als vanzelfsprekend vanuit kan gaan dat haar ervaringen, meningen en gedachtes hetzelfde gewicht in de schaal leggen als van die andere 50%.  

Nog steeds is elke vrouw ervan doordrongen dat ze er eigenlijk niet toe doet. Waar ze invloed heeft, is dit beperkt. Waar ze macht heeft, is dit afgeleid. Waar ze zich laat gelden, is dit verminkt. Waar ze haar stem laat horen, is dit vervormt. Waar ze kwesties aankaart, bepaald de lopende agenda of die van belang zijn.

Wat ik me blijkbaar onvoldoende realiseerde is dat wij vechten op een strijdtoneel waar onze regels er niet toe doen, laat staan dat we andere regels denken te kunnen stellen. Op dit speelveld worden wij als atypisch gediskwalificeerd, gemarginaliseerd en buiten de orde geplaatst als we weigeren ons aan te passen. Alleen is dat voor niemand gezond en is het tijd voor een andere wereld, daarom afsluitend het lied van Joke Smit uit 1981.

Er is een land waar vrouwen willen wonen
Waar vrouw-zijn niet betekent: tweederangs en bang en klein
Waar vrouwen niet om mannen concurreren
Maar zusters en gelieven kunnen zijn
Waar rimpels niet de eenzaamheid voorspellen
Maar paspoort zijn naar wijsheid, aanzien, 's werelds raadsvrouw zijn
Waar jonge vrouwen dus een leven voorbereiden
Waarin zij veertig, zestig, tachtig zullen zijn

Er is een land waar vrouwen willen wonen
Waar onrecht niet als een natuurgegeven wordt beschouwd
Waar dienstbaarheid niet toevalt aan één sekse
En niet vanzelf een man de leiding houdt
Waar moeder niet hetzelfde is als huisvrouw
Waar steeds opnieuw wordt nagegaan wie zwak zijn en wie sterk
Waar allen zorgen voor wie hulp behoeven
En 't brood verdienen met maar vijf uur werk

Er is een land waar mannen willen wonen 
Waar jongens van de plicht tot flink en stoer doen zijn bevrijd
Waar niemand wint ten koste van een ander
En man-zijn ook betekent: zorgzaamheid
Waar angst en rouw niet weggemoffeld worden 
Waar mannen zonder baan niet denken dat ze minder zijn
Waar vrouw en man elkaar niet hoeven haten
Maar eindelijk bondgenoten kunnen zijn

Er is een land waar mensen willen wonen 
Waar jong zijn niet betekent dat je steeds wordt genegeerd
Waar zwakken met respect benaderd worden
En vreemdelingen niet meer gekleineerd
Waarin geweld door niemand meer geduld wordt
Waar allen kunnen troosten als een mens ten onder gaat
Dat is het land waar mensen willen wonen
Het land waar de saamhorigheid bestaat

Roelien Benjamins 8 maart 2022

Recensies: